En mooi dat we succes hadden tijdens de wale watch! Zet je
maar schrap voor een heel verhaal, want dat is dit blog. Het internetbereik in
Queenstown was zo slecht, waardoor we niets konden plaatsen. De dagen ervoor en
erna stonden we op natuurcampings, waar sowieso geen internet te bekennen is.
Dus pak maar een bakkie (of een lekker wijntje/biertje) en ga er maar eens goed
voor zitten. Veel leesplezier!
Woensdag om 13.15 uur mochten we ons melden bij de
organisatie van de Wale Watch aan het strand. Een loopje van 20 minuutjes over
het strand leek ons wel de moeite, maar dat valt nog vies tegen in de brandende
zon en over grote stenen waarin je wegzakt. De zwarte stranden van Kaikoura
zijn namelijk geen zandstranden. Toen we aankwamen bij het gebouw van wale
watch, bleek onze boot vertraging te hebben. Vanwege de wind en de hoge golven
op zee deed de boot er langer over om naar de kust te varen. Een wilde zee dus met
een verhoogde kans op zeeziekte, prima vooruitzicht! Rond 14.15 uur konden we toch
aan boord. Het eerste 15 minuten op het water waren te doen, maar kort daarna bleken
we in een heftige pretpark attractie te zitten. Achter ons hoorden we spugende
mensen en konden we ook de daarbij horende zure lucht ruiken, ronduit genieten dus.
Maar wij hebben ons goed gehouden, want zeeziekte zit in je hoofd volgens de
reisleider. “Als je denkt zeeziek te worden dan gebeurd het ook” waren zijn
woorden. Als een soort mantra bleef ik herhalen: ‘Ik word niet zeeziek, ik word
niet zeeziek of word ik nu toch zeeziek? Nee, ik word niet zeeziek’ en het
heeft geholpen.
Voor de kapitein was even zoeken en luisteren naar de juiste
locatie waar de potvis zich verscholen hield. Deze zoogdieren houden over het
algemeen 40 minuten hun adem in onder water en dan komen ze een paar minuutjes boven
om een luchtje te scheppen. Je moet dus maar net geluk hebben om de potvis op
het juiste moment te zien, maar geluksvogels die wij zijn. Na 20 minuten zag ik
spuitend water op zee en bleek het dier met een gemiddelde lengte van 18 meter
boven te zijn gekomen.
Omdat de walvis na een paar minuutjes weer onder water dook,
zijn we opzoek gegaan naar andere wilde dieren. Binnen No time kwamen er een
paar dolfijnen naar de boot gezwommen. Wat een gezellige dieren zijn dat. Ze
hebben al die tijd allerlei trucjes rond de boot uitgevoerd. En het bleken er
geen paar te zijn, uiteindelijk hebben we wel minstens vijftig dolfijnen rond
de boot gezien.
En we hadden nog meer geluk, want de tocht begon al goed
toen een albatros rond de boot vloog. Deze zeevogel heeft een spanwijdte van
2,5 meter. Uiteindelijk hebben we ook nog pelsrobben gespot, al hadden we die
beesten de dag ervoor al uitvoerig bekeken. De tocht terug naar de haven was
een stuk kalmer, we konden zelfs op het dek blijven staan, lekker uitwaaien en
nagenieten van deze ervaring.
´s Avonds hadden we afgesproken met onze vrienden uit
Nederland. Want hoe toevallig is dat, zit je aan de andere kant van de wereld
met Bram en Wilma, die heel toevallig rond dezelfde periode hun reis naar NZ gepland
hadden. Hun reisplannen zijn net effe anders en Kaikoura bleek de beste plek om
elkaar te ontmoeten.
Bart wilde graag kreeft eten, omdat Kaikoura hier bekend om
staat. Maar om te zeggen dat hij dit nu zo bijzonder vond….
Bram en Wilma zouden de volgende dag de walvissen gaan
bekijken. Dit hadden ze vooraf al geboekt, maar nu bleek dat het uitstapje
langer ging duren dan zij hadden geschat. Hierdoor zouden ze de bus van 10.00
uur naar Blenheim niet halen en ’s avonds zou de volgende bus pas weer rijden.
Dus hebben we hun een lift aangeboden in de Duc, wij moesten toch die kant op.
Officieel hebben we voor 3 personen een zitplek in de camper, maar politie zie
je hier nauwelijks !o)
We hebben Bram en Wilma donderdagochtend opgehaald bij de
wale watch. Helaas hadden zij minder geluk tijdens de boottocht, geen walvis,
geen dolfijn, geen pelsrob, nada. En dat terwijl wij aan de kust op hun zaten
te wachten, zagen we de dolfijnen gewoon voor ons in zee springen…
Gelukkig hebben we ze kunnen verblijden met een lift in de
camper en het was erg gezellig. Natuurlijk zijn we even gestopt langs de kust
bij de plek waar wij dinsdag de pelsrobben zagen. Daar hebben ze in ieder geval
nog iets ‘wilds’ gezien. Bij een waterval, een wandeling van een kleine 10
minuutjes, zouden de robben ook zitten. Daar waren we zelf nog niet geweest,
dus dat uitstapje hebben we ook nog even gemaakt. De waterval hebben we wel
gezien, maar geen pelsrobben. Die blijken daar alleen tijdens de wintermaanden
te zitten. Hebben we ook een keer pech.
Nadat we Bram en Wilma hadden afgezet bij familie, zijn we
doorgereden naar Takaka, een plaatsje in het nationale park van onze held Abel
Tasman. Hier hebben we op een parkeerterrein overnacht, want het was al laat en
we hadden geen zin meer om een camping te zoeken.
’s Ochtends zijn we naar Taha Beach gegaan, in de Golden Bay
regio, voor een kajaktocht. Langs de mooie gouden stranden zijn we gevaren en
ook langs de plek waar de Nederlandse Abel voet aan wal heeft gezet.
Dat het vissen Bart deze vakantie niet echt is gegund, dat
is eerder gebleken. Toen we donderdag aan het eind van de dag aankwamen bij Anatoki
Salmon, was de zalmkwekerij al dicht. Weer een domper. Om zijn visfiasco toch
nog een positieve wending te geven, zijn we vrijdagmiddag na het kajakken terug
gereden naar de kwekerij. Inmiddels hadden we al aardig wat trek gekregen van
de inspanning tijdens het kajakken en bij Anatoki mag je zelf je eigen zalm
vangen en opeten. Onze maagjes werden alleen niet snel gevuld. Uiteindelijk
heeft Bart een uurtje in de zalmvijver staan hengelen, maar zonder succes.
Oké, ik moet daarbij vermelden dat het vismateriaal daar niet
top is. Zijn eigen hengel mocht niet gebruikt worden, want ze zijn hier nog
steeds bang van import van schimmels en andere buitenaardse wezens. Dus over
naar stap 2: Er dan maar 2 dollar tegenaan gooien voor een zakje voer (soort
bix). De zalmen zijn er gek op, maar niet op het plastic kunstaas dat aan het
haakje hangt. Hoe ze het onderscheid maken blijft een raadsel. Toen maar over
naar stap 3: Tegen alle principes in uitwijken naar een soort aquarium (een
kleine kweekvijver waar iedereen een vis kan vangen). Daar bleek het gelukkig
na twee worpen raak en heeft Bart een schone 720 gram aan de haak geslagen.
De zalm moest nog wel gedood worden door een pin in zijn kop
te drukken, wat een bloederige toestand. Toen mochten we het dode dier aan de
kok geven en zeggen hoe we de zalm wilden eten. Klassiek gerookt met peper en
citroen werd het en lekker dat het visje was, mmmm…. In het zonnetje hebben we
zitten smullen. Het was een heerlijk dagje. Daarna nog wat uurtjes gereden in
de richting van Punakaiki. Gezien het drukke programma van die dag zijn we op
een camping in Motupiko gestopt om de volgende dag onze weg te vervolgen.
Zaterdag zijn we verder gereden richting het plaatsje Punakaiki.
Daar zijn we in de middag gestopt om de Blowholes en Pancake Rocks te
bewonderen. Het zou wel een naam van een goede band kunnen zijn of zegt de naam
iets over unieke vorm die de rotsen hebben? De rotsen lijken namelijk op een
stapel pannenkoeken en het kalksteenlandschap geeft het gebied een speciaal
karakter. Langs de kust heeft de Tasmaansezee het kalksteen uitgesleten tot de
Pancake Rocks en spuitgaten. We kwamen exact op het juiste moment aan bij de
kust, namelijk tijdens hoogtij. Bij een ruige zee kan het water in de blowholes
(onderaardse gaten tussen de rotsformaties) tot meters hoog de lucht inspuiten.
Later in de middag zijn we verder gegaan naar Franz Josef en
Fox Glacier. We zouden gaan overnachten op een ´native´camping ( locals die
rondvluchten in een helikopter over de gletsjers verzorgen). De volgende dag wilden
we namelijk ons geld gaan verbrassen aan zo´n vlucht. Bij de locatie aangekomen
vertelde de medewerker van het bedrijf dat het zondag geen mooie dag zou worden
voor een vlucht met de helikopter. Dus vroegen we hem of het vandaag nog zou
lukken, inmiddels was het al 17.15 uur. Het was een optie, maar we moesten
wachten op nog twee medepassagiers anders zou de heli niet de lucht ingaan. Na
ruim een half uur wachten meldden twee Belgen zich en konden we met elkaar de
lucht in, top dus. Nu heb ik zelf tijdens een wintersportvakantie als passagier
op een traumavlucht gezeten, maar als er geen gewonden in het spel zijn geniet
je tien keer meer van zo´n belevenis.
Vanuit de lucht hadden we enorm goed zicht over de bossen en
de gletsjers. De Franz Josef en de Fox Glacier zijn samen met nog een derde
gletsjer elders op de wereld de enigen die tot 300 meter boven zeeniveau
doorlopen en direct overgaan in het regenwoud. Op een gedeelte van de Franz
Josef gletsjer hebben we een stop gemaakt.
Na deze korte stop mochten Bart en ik voorin de heli zitten.
Als bestuurder mobiel bellen in de auto mag niet, maar in de heli is dat
natuurlijk geen enkel probleem...
De vlucht in de helikopter was echt zo ontzettend gaaf om te
doen! Vol euforie en adrenaline kwamen we weer op de grond aan. Onze vlucht
eindigde met een trucje van de piloot, namelijk de kurkentrekker.
Zondag hebben we onze ochtendgymnastiek gedaan rond Lake
Matheson. Een wandeling van een kleine 1,5 uur rond het spiegelmeer. Bij helder
weer en weinig wind kun je Mount Cook en Mount Tasman in het meer zien
spiegelen. We wisten vooraf al dat het geen topweer was voor het spiegeleffect,
maar waren toch wel nieuwsgierig. Zie hier het resultaat.
En omdat we nog niet uitgewandeld waren zijn we naar de voet
van de Fox Glacier gereden. Daar hebben we de camper geparkeerd en zijn we een
stuk omhoog gelopen. Het is niet toegestaan om de gletsjer zonder gids te
bewandelen, vanwege voortdurende verschuivingen is dit te gevaarlijk. De grote
massa ijs op een gletsjer beweegt namelijk bergafwaarts met een snelheid van
ongeveer 1,5 meter per dag. Dus we zijn netjes op het voetpad gebleven tot we
niet meer verder konden. De sneeuw op de gletsjer was eerder zwart van alle
stenen dan mooi wit.
Na al het gewandel werd het tijd om weer een stukje te
toeren richting Queenstown. Dit was een hele mooie route door de bergen. Op het
Zuidereiland hebben we tot nu toe veel langs de westkust gereden en de zee is
hier zo mooi blauw. Helaas regende het zondag behoorlijk. Het begon met
miezeren tijdens de laatste meters van de wandelroute bij Fox Glacier, wat een
geluk dat we de helikoptervlucht een dag eerder konden maken. Toen we uit de
bergen reden stopte het eindelijk met regenen. Ondertussen hadden we wel een
aantal natuurlijke regenwatervallen vanaf de bergen gezien, omdat het met
bakken uit de hemel kwam.
Op de zonnige maandag hebben we Queenstown onveilig gemaakt,
of eigenlijk Bart want met zwangeren wordt hier geen rekening gehouden.
Queenstown is een hele leuke plaats vol thrill seekers (sensatiezoekers). Hier
zou je zo een paar dagen kunnen vertoeven. Omdat het dinsdag nog een zonnige
dag zou worden, besloten we toch om die dag door te gaan naar Milford Sound.
Maandag en dinsdag bleken namelijk de beste dagen om daar naar toe te gaan,
gezien de weersvoorspellingen. Over het algemeen regent het veel in Milford
Sound en niets is beter dan van het achtste wereldwonder bij zonnig weer te
genieten.
Maar eerst de belevenissen in Queenstown, want daar heeft
Bart het nodige beleefd. Toen we zondagavond in het plaatsje aankwamen, hebben
we plannen gemaakt voor de volgende dag. Het ultieme campinggevoel is
natuurlijk ontbijten in het zonnetje en zo begon onze maandag. We konden rustig
aan doen, want ´s middags om 14.15 uur mochten we ons (nou ja, de avonturier en
zijn fotograaf) melden voor het grote avontuur.
Bart begon zijn thrill seek in een jetboat. In eerste
instantie hadden we dit avontuur voor 2 personen geboekt, maar toen de
campingmedewerkster mijn buik zag moest er toch geannuleerd worden voor 1
persoon. Op de Shotover River mocht Bart zich melden en kort daarna begon zijn
boottocht over deze smalle en ondiepe rivier. Met een snelheid van maximaal 85
kilometer per uur stoof hij langs steile en scherpe kliffen, terwijl de
bestuurder van de speedboot de meest onmogelijke routes nam door het water. Een
jetboat heeft slechts 5 a 10 centimeter waterdiepte nodig om te kunnen varen en
heeft een dikke V8 motor met 700 pk. Dit geeft je nu vast een idee hoe snel
deze boot gaat !o) en daarnaast kan de boot ook nog eens 360 graden spins
maken.
Daarna was het tijd voor de volgende adrenalineboost, the
Shotover Swing. Je kunt de swing vergelijken met een bungee jump. Het verschil
zit in het koord. Bij een bungee jump hang je aan een elastiek en bij de swing
aan een kabel. De kabel is bevestigd in het midden van een kloof en daar
slinger je dan naartoe. De vrije val van de Shotover Swing is 60 meter, de
totale hoogte 109 meter en de slingerafstand slechts 200 meter. Je kunt het dus
vergelijken met een hele grote schommel. Bart begon met de pindrop (een sprong onder
de noemer very, very, very scary). Deze sprong maak je zelfstandig met de
handen op je rug. Je staat zijwaarts op het plateau en maakt een sprong
richting de afgrond.
Dit was nog niet genoeg voor hem en aangezien de tweede
sprong slechts 20 euro mocht kosten, is Bart dus nog een tweede keer gegaan.
Dit keer ging de waaghals in de chair of death. Zittend in een stoel achterover
werd Bart de afrond in geduwd. Deze sprong was ook spectaculair, maar wel iets
minder spannend.
´s Avonds zouden we op advies een Fergburger gaan eten, maar
de rij die voor het tentje stond was ons het wachten echt niet waard. Alsof de
burgers er voor het oprapen lagen, want de rij was iets van 20 meter lang en
dan stonden ze ook nog dubbel geparkeerd. Een winkelmedewerkster vertelde dat
de Devil Burger net zo goed was en dat het daar over het algemeen een stuk
rustiger was. Dit was ook zo en gelukkig bleek de Devil Burger ook subliem.
Dinsdag begon de dag bewolkt. We waren even bang dat onze
plannen voor niets waren geweest en dat we nog een dagje langer in Queenstown
hadden kunnen blijven. Maar hoe dichter we bij Milford kwamen, hoe beter het weer
werd. En alleen al de route er naar toe was de moeite om te rijden. Uiteindelijk
straalde de zon optimaal toen we de camper parkeerde vlakbij de haven. In de
haven zijn we op de ´Jucy´gestapt, de naam van de catamaran. Vanaf de boot
hadden goed zicht op de uit het water oprijzende fjorden. Fjorden zijn valleien
die in de ijstijd door de enorme druk en kracht van gletsjers zijn uitgesleten.
Deze zijn later, toen het ijs smolt en het zeeniveau steeg, onder water gelopen.
Milford Sound, een fjord van 16 km lengte, is de bekendste van Fjordland.
Bussen vol toeristen trekken die kant op, maar de laatste tocht van de dag is
kennelijk minder populair (en goedkoper). De hoogste berg in dit gebied heeft
een lengte van 1692 meter en de hoogste waterval van slechts 160 meter hoogte
valt hierdoor een beetje in het niets.
Op de route naar Milford Sound zijn genoeg ´wilde´campings
te vinden. Het zijn natuurcampings met vaak alleen een toilet. Op de terugweg
vonden een heel mooi plekje bij een open vlakte met zicht op de bergen en aan
de rivier. Vanaf deze plek zullen we doorgaan naar de oostkust en daar de laatste
dagen in NZ slijten, snik.
Het rijden met de camper wordt met de dag leuker, ons
rijdende huisje op vier wielen en je hebt alles bij de hand. Helaas komt het
einde langzamerhand in zicht. Het rijden aan de linkerkant dat is inmiddels
gesneden koek, net als het schakelen. Maar nog niet iedereen gaat dit goed af.
Van de week kwamen we in contact met een spookrijder. De bestuurder was
behoorlijk van slag, nadat ik begon te seinen. Hij zette gelijk zijn camper aan
de kant, kan de beste overkomen. Het zal straks wel weer omschakelen worden, letterlijk
en figuurlijk.
Een ander fenomeen waar we hier mee in aanraking zijn
gekomen is de sandfly. Dit is een kleine mug, die meer weg heeft van een vlieg.
Ze zoemen niet gelukkig, kunnen wel lopen en steken als de beste. We hebben nog
kleine littekentjes op onze voeten van steken van een paar weken geleden. Maar
wij mogen niet klagen, want soms zie je lichaamsdelen van anderen helemaal
onder de bulten van de sandfly. Op het Zuidereiland kom je dit insect helaas
iets vaker tegen.
Dit was het weer voor de komende dagen, bedankt voor jullie
aandacht.
Heel veel liefs van ons!
Jeminee, wat een fantastische verhalen weer en wat doen jullie veel. Wat een ander nog zijn hele leve niet gedaan heeft doen jullie even in 6 weken. Maar fantastisch dat dit allemaal kan. En wat is Bart een held met dat bungee jump gedoe. Jullie hebben wel geboft met de walvis. En leuk hoor al die dolfijnen en dat ze dan de gezelligheid ook nog opzoeken. Ik hoop dat er nog een blog komt. Het is allemaal fantastisch om te lezen. Ben je zelf gewend aan het rijden, dan maakt een ander bijna brokken. Nu geniet in ieder geval van jullie laatste week. En die gaat dan snel, maar jullie hebben wel een fantastisch reis om naar terug te kijken. Heel veel kusjes.
BeantwoordenVerwijderenWauw wat gaaf allemaal zeg!!! Ik denk dat ik nu toch ook heel hard ga sparen voor een tripje naar NZ!! Wat ziet het er allemaal prachtig uit en wat een belevenissen. Heel veel plezier nog daar de laatste week, geniet er met volle teugen van. LFS uit Leiden
BeantwoordenVerwijderenHeerlijk om je verslag weer te lezen, Simone. Ik pak jouw papieren erbij en volg de route die jullie gaan. En dan die schitterende foto's. Het is dat jullie er op staan en dan moet ik wel geloven dat jullie dit allemaal meemaken.Geweldig wat jullie allemaal doen, jullie hebben je goed ingelezen! En dan die lachende Bart, achterover de afgrond in, van wie heeft die jongen dat waaghalzerige? We hebben er nog één lopen hier; 't zal wel in jullie genen zitten. Voor nu: nog een prachtige week in jullie Duc, en Leen is al aan het sparen; wordt het gewoon een familie Duc. Dikke kus!
BeantwoordenVerwijderen