De plaats die we na Milford Sound hebben aangedaan is
Dunedin. Deze plek ligt aan de oostkust. Een plattegrond met de gereden route
was voor jullie wel makkelijk geweest om bij de blogs te doen, maar om daar nu
nog aan te beginnen... Vanaf Dunedin zullen we via de kust noordelijk rijden om
ons camper avontuur in Christchurch te eindigen. Maar zo ver is het gelukkig nog
niet.
Over woensdag valt eigenlijk niet veel te melden. We hebben
een kleine 5 uur gereden en helaas was het niet zulk stralend weer, terwijl het
weer aan deze kant van het eiland over het algemeen beter moet zijn. De Kiwi’s
klagen dan ook over een slechte zomer, maar wij hebben toch een aardig kleurtje
opgedaan. Onderweg hebben we geen spannende uitstapje gemaakt, slechts een dag
onderweg al is dat hier al de moeite.
Donderdagochtend hebben we het rustig aan gedaan. De camping
in Dunedin lag vlak naast een golfbaan. Bart was van plan om daar ‘s ochtends
een balletje te gaan slaan, maar we werden gewekt door getikt op de camper (regen).
Toen het eenmaal droog was, hebben we de plannen gewijzigd en zijn we de stad
ingedoken. Dunedin is een leuke studentenstad met veel Schotse invloeden en
oude gebouwen. En die hadden we in dit land nog niet bekeken. De gebouwen
behoren tot de interessantste en bouwkundig gezien gevarieerdste van het land
(het zouden zo mijn eigen woorden kunnen zijn). Eerst naar een mooie kerk, toen
een ouderwets treinstation uit 1880 en daarna langs een plein met veel oude
gebouwen. Tussendoor ook nog wat geshopt natuurlijk, de tijd vloog om. We
moesten nog haasten, want de parkeermeter liep bijna af.
Het station in Dunedin |
Later in de middag zijn we naar het schiereiland Otago
Peninsula gegaan. Dit eiland grenst aan Dunedin en is bekend als broedplaats
voor albatrossen. Het is de enige plek ter wereld waar deze grote zeemeeuwen op
het (vaste) land nestelen. Waarschijnlijk trekken ze naar die plek vanwege de
wind die er raast, zodat ze goed kunnen vliegen. En wind stond er genoeg, we
hadden gewoon moeite met lopen. In het natuurreservaat hadden 6
albatrosstelletjes een nest. Een oud vrouwtje van een jaar of 75, onze gids
daar, sprak vol liefde over deze vogels. Albatrosstelletjes blijven voor het
leven bij elkaar en leggen om het jaar een ei.
Na deze tour hebben we snel wat eten gemaakt op het
parkeerterrein van het Royal Albatros Centre. Om 21.15 uur moesten we weer
paraat staan voor de pinguïntoer. In het donker, want dan komen de beesten aan
land. Ze wachten tot de kust veilig is en eventuele jagers het hebben
opgegeven. Na een half uurtje te staan vernikkelen aan de kust was het zover.
Per groepje, ongeveer 50 onhandige snuiters bij elkaar, kwamen de vogels (blue pinguïns)
vanuit de zee aan wal gelopen. Of eigenlijk gewaggeld, echt zo grappig om te
zien. We stonden met een hele club bezoekers op een vlonder. Bart en ik namen
als een van de laatste plaats, maar hadden de beste plek. De blue pinguïns liepen
zo dicht langs ons heen en doken vaak ook onder het vlonder. In totaal hebben
we iets van 200 pinguïns voorbij zien waggelen. Groot zijn ze niet, nog geen 30
centimeter lang.
Na dit avontuur zijn we terug naar de camping in Dunedin
gereden. Onderweg hadden we nog bijna een pinguïn aangereden. Nog geen 10
minuutjes later zat er een uiltje midden op de weg, stevig in elkaar gekropen.
Bart zag het gelukkig net op tijd en kon nog remmen. Het uiltje vloog daarna
weg. Helaas was het de volgende dag toch raak, want toen reed Bart een mus
plat. Gelukkig stikt het in NZ van de mussen, dus dat ene vogeltje zal vast
niet gemist worden. Nou ja, inmiddels staat de teller op twee, want ik had er
ook al een minstens een zware hersenschudding gereden, oeps. Overigens zie je
hier langs de weg heel veel dode dieren liggen, van egels tot possums.
Vrijdag zijn we weer vertrokken vanuit Dunedin. Onderweg
zijn we gestopt bij de Moeraki Boulders. Dit zijn perfect ronde, gladde keien
van verschillende formaten die kriskras verspreid liggen langs de kust. Sommige
van de grijze keien hebben een omtrek van wel 4 meter. Ze zijn 60 miljoen jaar
geleden op de zeebodem ontstaan toen kalkzouten zich geleidelijk ophoopten rond
een harde kern.
Daarna hebben we een late lunch gedaan bij wijnboertje in de
omtrek van Timaru. Een bezoek aan een wijngaard om wijn te proeven of te
dineren is hier heel populair. In NZ zitten rond de 450 wijnmakerijen. We
vonden een heel idyllisch plekje, helaas wel met sandflies en wijn kon er maar
door één persoon gedronken worden, hmmm. Dus heb ik mooi de duurste fles Pinot
Noir uitgezocht en die neem ik mee in mijn koffer naar huis. Daar kan die nog
een paar maanden rijpen !o)
Zaterdag gaan we richting Akaroa, dus na de lunch zijn we alvast
een stukje die kant opgereden. We hebben overnacht bij een wildcamping waar een
riviermonding in zee uitkomt. Aan de kust zaten veel vogels (soort aalscholvers)
en het stonk er behoorlijk als de wind onze kant op kwam. De zaterdagochtend
was zonnig dus we hebben makkie an gedaan, tis toch een beetje vakantie. En
gelukkig geen wind, dus geen stank.
Het laatste stukje rijden richting Akaroa was erg mooi. Het
landschap is gevormd door vulkanen en het plaatsje ligt in een prachtige baai.
De camping lag er bovenop, dus we hadden mooi uitzocht. Voor het eten hebben we
nog een wandeling gemaakt langs de baai zelf. Het was super weer en iedereen
zat lekker buiten. Akaroa is erg leuk om te wonen. We hebben bedacht dat we de
komende jaren in Queenstown willen wonen en dat we daarna richting Akaroa
afzakken. Jullie horen het dus, we blijven hier !o)
Zondag was het helaas minder goed weer in Akaroa. Nu kan het
in NL met de dag verschillen, maar hier ongeveer per uur. Er is geen pijl op te
trekken. We hadden het plan om met Hector dolfijnen te gaan zwemmen, zelfs ik.
Al weet ik niet of ik puntje bij paaltje de zee was ingedoken. Maar we zullen
het nooit weten, want de boot voer niet. De zee was te wild en daardoor was het
zwemmen met dolfijnen ook haast onmogelijk. We waren er niet eens rouwig om,
want we hebben hier al zoveel gezien en gedaan, onze hoofden zitten al vol met
mooie herinneringen.
Via de Summit Road zijn we zondag richting Christchurch
gereden. Onze laatste echte tocht met de Duc, dat doet toch een beetje pijn.
Maar de Summit Road maakt een hoop goed. Het is de toeristische route vanaf
Akaroa richting Christchurch. Niet de snelste, maar wel leuk door de bergen met
uitzicht over het indrukwekkende landschap. We hebben het dus nog even goed in
ons opgeslagen, want zo kennen we NZ en zullen we het blijven herinneren (ook
met de bewolking).
In Christchurch hebben we een parkeerterrein uitgezocht om
de camper tijdelijk te stallen, zodat wij de stad in konden duiken. En geloof
me, parkeerterreinen daar ontbreekt het hier niet aan. Bart grapte nog: “Komt
zeker door de aardbeving” maar dit zou zomaar eens de waarheid kunnen zijn. In
2010 en 2011 hebben hier twee aardbevingen de binnenstad behoorlijk verwoest. Overal
zag je halve bouwvallen, dichtgetimmerde gevels en zeecontainers die
bescherming moeten bieden mocht de gevel alsnog instorten. De littekens zijn hier
nog behoorlijk zichtbaar en er moet een boel gebeuren om de stad weer op te
bouwen.
Even later liepen we door de re:mall, het winkelcentrum van
zeecontainers met allerlei vrolijke kleuren. Het ziet er gezellig uit, maar er
zit natuurlijk een geschiedenis achter. We spraken een winkelmedewerker die
vertelde dat er binnenkort toch echt gebouwd zal gaan worden.
Toen het begon te regenen besloten we het Earthquake
museum in te vluchten. Daar werd ons duidelijk wat er door de aardbeving allemaal
heeft verwoest, naast 185 levens. Een bezoekster in het museum was 4 jaar
geleden in Christchurch geweest en nu was ze weer terug. Ze noemde het ‘horror
town’ het hotel waar ze toen sliep was helemaal weg.
Daarna hebben we de laatste boodschappen gehaald om de
laatste maaltijd in de Duc voor te bereiden. Inmiddels is er een kleine storm
gaande op de camping gepaard met regen, maar wij zitten droog.
Ik zal later nog een klein verslag doen; onze laatste dag
Christchurch en gelijk ook maar het laatste stukje van de reis, wat sip. Op dit
moment zitten we op het vliegveld van Christchurch, met gratis wifi. Heb ik
mooi even de tijd om dit blog te plaatsen. Over 2 uurtjes vliegen we terug naar
Auckland. Daar hebben we een hotel geboekt en morgen vliegen we door naar
Seoul. Jullie nog even geduld, we zijn bijna thuis!
Veel liefs van ons!